Difference between revisions of "TTMIK niveau 3 les 10"

From Korean Wiki Project
Jump to: navigation, search
(Lay out)
(added example of level 2 lesson 7)
Line 73: Line 73:
  
  
1. <br>
+
1. <br/>
 
여기 오기 전에 뭐 했어요? = Wat deed je voordat je hier naartoe kwam?
 
여기 오기 전에 뭐 했어요? = Wat deed je voordat je hier naartoe kwam?
  
  
2. <br>
+
2. <br/>
 
집에 가기 전에 술 마실 거예요. = Ik ga wat drinken voordat ik naar huis toe ga.
 
집에 가기 전에 술 마실 거예요. = Ik ga wat drinken voordat ik naar huis toe ga.
  
Line 83: Line 83:
  
  
3. <br>
+
3. <br/>
 
들어오기 전에 노크 하세요. = Klop voordat je binnenkomt.
 
들어오기 전에 노크 하세요. = Klop voordat je binnenkomt.
  
Line 89: Line 89:
  
  
4. <br>
+
4. <br/>
 
사기 전에 잘 생각하세요. = Denk goed na voordat je het koopt
 
사기 전에 잘 생각하세요. = Denk goed na voordat je het koopt
  
Line 95: Line 95:
  
  
5. <br>
+
5. <br/>
 
도망가기 전에 잡으세요. = Vang hem voordat hij ontsnapt
 
도망가기 전에 잡으세요. = Vang hem voordat hij ontsnapt
  
 
도망가다 = ontsnappen
 
도망가다 = ontsnappen
 +
 +
 +
6. <br/>
 +
그건 전 남자친구한테서 받은 거예요. = Dat hier? Dat heb ik van mijn ex gekregen.
 +
 +
전 남자친구 = ex vriend<br />
 +
받다 = krijgen<br />

Revision as of 08:22, 16 November 2018

전 Voor


In deze les gaan we leren hoe je "voor (werkwoord)" zegt in het Koreaans. De woordvolgorde is anders dan in het Nederlands. In het Nederlands plaats je het voorzetsel 'voor', voor het zinsdeel waar het over gaat, maar in het Koreaans plaats je het erachter.


Het belangrijkste is 전. Het Hanga leesteken voor 전 is 前. Het betekent voor, vorige of ex.


전에 = voor (+ zelfstandig naamwoord)


수업 전에 = voor de les

일요일 전에 = voor zondag

1시 전에 = voor één uur


Omdat je 전에 gebruikt met zelfstandig naamwoorden, moet je voor het gebruik met werkwoorden, de werkwoorden veranderen in een zelfstandig naamwoord.

In een vorige les hebben we gezien dat je werkwoorden op verschillende manieren kan veranderen in zelfstandig naamwoorden. Je kunt -ㄴ 것 achter de stam van een werkwoord plakken en ook -기. Hier gebruiken we deze laatste vorm.


가다 --> 가기 (gaan)

사다 --> 사기 (kopen)

먹다 --> 먹기 (eten)


+ 전에


--> 가기 전에 = voor het gaan

--> 사기 전에 = voor het kopen

--> 먹기 전에 = voor het eten


Voorbeelden


집에 가다

--> 집에 가기 전에

= voor het naar huis toe gaan, voordat je naar huis toegaat.


공부하다

--> 공부하기 전에

= voor het studeren, doordat je gaat studeren.


돈을 내다

--> 돈을 내기 전에

= voor het betalen, voordat je gaat betalen



Voorbeeld zinnen


1.
여기 오기 전에 뭐 했어요? = Wat deed je voordat je hier naartoe kwam?


2.
집에 가기 전에 술 마실 거예요. = Ik ga wat drinken voordat ik naar huis toe ga.

집에 가다 = naar huis toe gaan.


3.
들어오기 전에 노크 하세요. = Klop voordat je binnenkomt.

들어오다 = binnenkomen (van een kamer of een gebouw)


4.
사기 전에 잘 생각하세요. = Denk goed na voordat je het koopt

사다 = kopen


5.
도망가기 전에 잡으세요. = Vang hem voordat hij ontsnapt

도망가다 = ontsnappen


6.
그건 전 남자친구한테서 받은 거예요. = Dat hier? Dat heb ik van mijn ex gekregen.

전 남자친구 = ex vriend
받다 = krijgen