TTMIK niveau 1 les 16

From Korean Wiki Project
Revision as of 12:32, 22 February 2013 by Marc Wentink (Talk | contribs)

(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search

In deze les leren we hoe je Koreaanse werkwoorden verbuigt.

Als je werkwoorden in een Koreaans woordenboek opzoekt, staan ze in deze vorm:

가다 [ga-da] = gaan

먹다 [meok-da] = eten

자다 [ ja-da] = slapen

때리다 [ttae-ri-da] = slaan

웃다 [ut-da] = lachen

좋다 [joh-da] = goed zijn

Als we de vorm van deze werkwoorden veranderen om de tegenwoordige, toekomstige, verleden tijd, enz. weer te geven, moet je eerst de laatste lettergreep, 다 [da], verwijderen om de stam te krijgen.

De stam van de werkwoorden hierboven:

[ga]

[meok]

[ja]

때리 [ttae-ri]

[ut]

[joh]

Daaraantoe voeg je de juiste werkwoordsuitgangen om ze compleet te maken. In deze les gaan we leren hoe je de woordenboek vorm verandert om het werkwoord in de tegenwoordige tijd te zetten.

De tegenwoordige tijd

Om een werkwoord in de tegenwoordige tijd te zetten neem je de stam en voeg je daar de volgende uitgangen aan toe:

아요 [a-yo]

어요 [eo-yo]

여요 [yeo-yo]

    • Dit zijn de uitgangen voor de formele vorm. Wees niet bang om verschillende maten van beleefdheid te leren. Als je eenmaal weet hoe je alles in de formele vorm zegt, is het heel eenvoudig om die om te zetten naar de informele vorm.


Welke van deze drie uitgangsvormen gaat achter welke werkwoordstam?

Dat is heel eenvoudig. Als de laatste klinker van de werkwoordstam ㅏ [a] of ㅗ [o] is, komt er 아요 [a-yo] achter.

Als de laatste klinker NIET ㅏ[a] of ㅗ [o] is, komt er 어요 [eo-yo] achter.

En achter maar één werkwoordstam, namelijk 하 [ha], komt 여요 [yeo-yo].

We gaan een paar voorbeelden bekijken.

1)

가다 [ga-da] = gaan

De stam van het werkwoord is 가 [ga] en de laatste klinker is ㅏ [a] dus voeg je 아요 [a-yo] toe.

Het wordt dus eerst 가 + 아요, en dan om de uitspraak makkelijker te maken 가요 [ga-yo].

가다 [ga-da] = gaan (werkwoordsvorm)

--> 가요 [ga-yo] = Ik ga. Jij gaat. Hij gaat. Zij gaat. Zij gaan. (tegenwoordige tijd)

2)

먹다 [meok-da] = eten

De werkwoordstam is 먹 [meok] en de klinker is ㅓ [eo] dus dat is NIET ㅏ of ㅗ, dus plak je er 어 요 [eo-yo] aan vast.

Het wordt dan 먹 + 어요 [meo-geo-yo]

먹다 [meok-da] = eten (woordenboekvorm)

먹어요 [meo-geo-yo] = Ik eet. Jij eet., enz. (tegenwoordige tijd)

    • De uitspraak van 먹 + 어 [meok + eo] wordt verbonden en klinkt dan als 머거 [meo-geo].


3)

보다 [bo-da] = zien, kijken

Stam? 보 [bo]

Wat komt erachter? 아요 [a-yo]

보 + 아요 ---> Op den duur werd dit uitgesproken en geschreven als 봐요 [bwa-yo]. (Zeg 보 + 아 + 요 drie keer snel achter elkaar.)

보다 [bo-da] = zien, kijken

봐요 [bwa-yo] = Ik zie. Ik kijk. Jij ziet. Jij kijkt., enz. (tegenwoordige tijd)

4)

보이다 [bo-i-da] = gezien worden, zichtbaar zijn

Stam? 보이 [bo-i]

Wat komt erachter? 어요 [eo-yo]

보이 + 어요 ---> 보여요 [bo-yeo-yo]

보이다 [bo-i-da] = gezien worden, zichtbaar zijn

보여요 [bo-yeo-yo] = Het is zichtbaar. Ik zie het.

5) 하다 [ha-da] = doen

Stam? 하 [ha]

Wat komt erachter? 여요 [yeo-yo]

하 + 여요 ---> 하여요 [ha-yeo-yo]

In de loop der tijd werd 하여요 해요 [hae-yo].

    • Bedenk dat dit werkwoord, 하다, erg veelzijdig is. Je kunt er een zelfstandig naamwoord voor zetten en zo nieuwe werkwoorden vormen. We laten zien hoe je dat doet in les nummer 23. Onthoud voorlopig alleen maar dat 하다 in de tegenwoordige tijd 해요 wordt en dat de betekenis is: “Ik doe.” “Jij doet.” “Hij doet.” of “Zij doen.”



6) 좋다 [joh-da] = goed zijn

Stam? 좋 [joh]

Wat komt erachter? 아요 [a-yo]

좋 + 아요 ---> 좋아요 [joh-a-yo]

En dat is het 'né dzjuhwayó', [ne joh-a-yo], wat de sprekers in de podcast vaak zeggen: Ja, dat is goed.



Zijn er onregelmatige vormen of uitzonderingen?

Helaas wel, maar maak je daar geen zorgen over. Zelfs die uitzonderingen wijken niet veel af van de gewone regels!! En natuurlijk zullen we die op de beste en eenvoudigste manier aan jullie duidelijk maken in onze toekomstige lessen. Nogmaals bedankt voor het leren van deze les!