TTMIK niveau 2 les 2

From Korean Wiki Project
Jump to: navigation, search

In deze les kijken we naar het deeltje dat het lijdend voorwerp aangeeft (Object marker). Zoals reeds gezegd zijn er verschillende soorten grammatica partikels in het Koreaans. (Voor het onderwerp, voor het thema, voor een plaatsbepaling enzovoort.) Deze partikels maken het makkelijker een zin te begrijpen, ook als de woordvolgorde verandert.

In de spreektaal worden deze partikels echter vaak weggelaten, als de context duidelijk is. De zinnen zijn dan korter en makkelijker uit te spreken.

Tot nu toe hebben we naar verschillende werkwoorden gekeken. Werkwoorden kun je verdelen in twee soorten transitieve en intransitieve werkwoorden. Transitieve werkwoorden hebben een lijdend voorwerp nodig. Intransitieve werkwoorden kunnen gebruikt worden zonder lijdend voorwerp.

In het Nederlands en de meeste andere Indo-Europese talen is dat heel duidelijk. Er is altijd een lijdend voorwerp nodig. (Heb je de portemonnee gevonden? Ja ik heb haar/het gevonden!)

In het Koreaans is dit echter niet zo duidelijk: Vraag: 지갑 찾았어요? (letterlijk: “portemonnee gevonden?”) Antwoord: 네. 찾았어요. (letterlijk: “Ja. gevonden.”)


Objektpartikel

을 [eul] - wordt gebruikt als een zelfstandig naamwoord op een medeklinker eindigt: 밥을 먹어요- (ik) eet rijst
를 [reul] - wordt gebruikt als een zelfstandig naamwoord om een klinker eindigt: 노래 를 부러요 - (ik) zing een lied

Wat betekent het objektpartikel?

Als je in het Nederlands "een appel" zegt, is het nog niet duidelijk wat voor functie het in de zin heeft. In het Koreaans wordt het door het toevoegen van het partikel na het zelfstandig naamwoord al duidelijk wat de functie is, zonder dat je het werkwoord of de rest van de zin al weet.

Een appel is neutraal. 사과 in het Koreaans ook. Maar 사과를 geeft aan dat appel een lijdend voorwerp is. Iemand gaat iets met die appel doen. Je kan voorspellen dat het werkwoord dat komt iemand iets laat doen met een appel. Een appel eten, kopen, verkopen, vinden, gooien, tekenen enzovoort.

Hetzelfde geld voor de partikels die een onderwerp aan geven: 이/가. Deze maken een appel tot een onderwerp. Ook hier weet je al dat de appel het onderwerp van de zin gaan zijn. De appel is goed, slecht duur, zal groot zijn, was klein, is goed voor de gezondheid, enzovoort.

En het thema partikel: “사과는” - geeft aan, dat men de nadruk op de appel wil leggen of dat men voor de eerste keer over de appel praat.

Wanneer gebruik je een object partikel

Als je "Wat heb gisteren je gedaan" met alle correcte partikels vertaalt, dan klinkt het wat overdreven formeel. “어제 <Naam van de persoon> 씨는 뭐를 했어요?”

Als het duidelijk is over welke persoon je het hebt zeg je: “어제 뭐를 했어요?”

Als het duidelijk is dat “뭐” (= wat) niet het onderwerp van de zin is, (het is niet "wat" die iets doet), kan je 를 weglaten.

= “어제 뭐 했어요?”

Als het lijdend voorwerp dichtbij het werkwoord staat, is het meestal duidelijk. Staat het lijdend voorwerp echter aan het begin van de zin, en het werkwoord aan het einde dan wordt het partikel meestal wel gebruikt om de zin te verduidelijken.

텔레비전 봐요. = Ik kijk TV.

텔레비전 봐요? = Kijk je TV?

텔레비전 자주 봐요? = Hoe vaak kijk je TV?

텔레비전(을) 일주일에 몇 번 봐요? = Hoe vaak in de week kijk je TV?

Hoe verder het lijdend voorwerp (텔레비전) van het werkwoord (봐요) verwijderd is, hoe belangrijker en gebruikelijker het is om het partikel wel te gebruiken.

Gebruikte woorden

지갑 = portemonnee
찾다 = vinden
찾았어요 = gevonden
밥 = rijst
먹다 = eten
먹어요 = (ik) eet
노래 = lied
부르다 = zingen
부러요 = (ik) zing
어제 = gisteren
텔레비전 = TV
자주 = vaak
주= week
일주일에 = per week
번 = keer
몇 번 = hoeveel keer

 vorigevolgende