Difference between revisions of "TTMIK niveau 2 les 10"

From Korean Wiki Project
Jump to: navigation, search
Line 8: Line 8:
  
  
'''<font color=deeppink>Voorbeelden van vergelijkbare zinnen in het Nederlands.</font>'''
+
'''<font color=deeppink><big>Voorbeelden van vergelijkbare zinnen in het Nederlands.</big></font>'''
  
  
Line 49: Line 49:
  
  
'''<font color=Navy>Voorbeelden</font>'''
+
'''<font color=Navy><big>Voorbeelden</big></font>'''
  
  
Line 71: Line 71:
  
  
'''<font color=deeppink>Voorbeeld zinnen</font>'''
+
'''<font color=deeppink><big>Voorbeeld zinnen</big></font>'''
  
 
너 여기서 뭐 하고 있어요? = Wat doe je hier?<br/>
 
너 여기서 뭐 하고 있어요? = Wat doe je hier?<br/>

Revision as of 10:05, 30 May 2016

We gaan weer een les wijden aan werkwoordsvormen. In deze les gaan we zie hoe we een speciale vorm kunnen gebruiken die uitdrukt dat je iets aan het doen bent. (In de TTMIK les die uitgaat van het Engels wordt deze vorm vergeleken met de presente progresive. Deze vorm wordt echter in het Nederlands niet gebruikt, dus de les is niet letterlijk uit het Engels vertaald.)

De tijd wordt in het Koreaans gebruikt om iets uit te drukken waar je een langere tijd mee bezig bent. Een handeling die je niet in een ogenblik doet. Dus voor bijvoorbeeld werkwoorden als slapen (자다), studeren (공부하다), eten (먹다). Deze werkwoordsvorm wordt niet gebruikt voor bijvoorbeeld: gaan zitten (앉다), opstaan (서다), breken (깨지다).


Voorbeelden van vergelijkbare zinnen in het Nederlands.


1. Ik ben een boek aan het lezen.

2. Wat ben je aan het kijken?

3. Hij is me aan het helpen.


Constructie:


Tegenwoordige tijd: - stam + -고 있어요


Verleden tijd - stam + -고 있었어요


Toekomstige tijd - stam + -고 있을 거예요



Vaak wordt in het Koreaans echter de 'gewone' werkwoordsvorm gebruikt. Het is niet nodig om deze tijd altijd te gebruiken. (Het is dus niet vergelijkbaar met de Engelse present progressive form, die vaak verplicht is.)


Je kan zeggen:

A: 지금 뭐 하고 있어요? = Wat ben je nu aan het doen?

B: 공부하고 있어요. = Ik ben aan het studeren.


Maar de meeste Koreanen zeggen simpelweg:

A: 지금 뭐 해요? = Wat doe je?

B: 공부해요. = Ik studeer.


Voorbeelden


일하다 = Werken

일하 고 있어요. = Ik ben aan het werken.

일하고 있었어요. = Ik was aan het werken.

일하고 있을 거예요. = Ik zal aan het werken zijn.


듣 다 = Luisteren

듣고 있어요. = Ik ben aan het luisteren.

듣고 있었어요. = Ik was aan het luisteren.

듣고 있을 거예요. = Ik zal aan het luisteren zijn.


Voorbeeld zinnen

너 여기서 뭐 하고 있어요? = Wat doe je hier?
너 = jij (in spreektaal tegen vrienden)
여기서 = 여기에서 = hier, in deze plaats

노숙하고 있어요. = Ik ben op straat aan het slapen.
노숙하다 = op straat slapen.

지금 당신을 생각하고 있어요. = Ik denk nu aan je liefste. (Letterlijk: Nu, jij/liefste ben aan het denken)
당신 = jij formeel voor geliefden (lettelijk betekent 당신 dierbare).

강의가 지루해서 꾸벅꾸벅 졸고 있어요. = De les is zo saai dat ik aan het indutten ben.
강의 = college, voordracht, les
지루하다 = saai zijn
꾸벅꾸벅 = beschrijft dat je iets gaat doen
졸다 = dutten, sluimeren

저 사람 봐요. 자면서 이야기하고 있어요. = Zie die persoon daar. Die is aan het praten in zijn slaap.