TTMIK niveau 2 les 11

From Korean Wiki Project
Jump to: navigation, search

In deze les gaan we leren hoe we ons kunnen voorstellen in het Koreaans. In de vorige lessen hebben we verschillende werkwoordsvormen, zinswijzen en gramatica regels geleerd. Gebruikmakend van wat je al hebt geleerd, kun je al verschillende dingen zeggen over jezelf. In deze les gaan we meer woorden en zinnen leren die je kunt gebruiken om je voor te stellen. Je kunt dit op honderden verschillende manieren doen, maar over het algemen worden de volgende dingen gebruikt:


- Naam

- Leeftijd

- Plaats waar je woont

- Werk

- School

- Familieleden

- Hobbies

- Manieren om te groeten

Je hoeft niet alle uitdrukkingen uit je hoofd te leren. Iedere situatie verschilt, maar in principe zijn zinspatronen waar je vaak gebruik van kan maken onder andere:


1. ABC은/는 XYZ이에요. = ABC is XYZ. Voorbeeld:

저는 학생이에요. = Ik ben student.

저는 선생님이에요. = Ik ben een leraar.

저는 제임스예요. = Ik ben James.

제 이름은 탈리아나예요. = Mijn naam is Taliana.

제 여동생 이름은 메구미치예요. = De naam van mijn jongere zuster is Megumitch.

저는 30살이에요. = Ik ben dertig jaar


2. ABC은/는 XYZ이/가 + WERKWOORD = Voor ABC WERKWOORD XYZ . Voorbeeld:

저는 여동생이 있어요. = Ik heb een jongere zuster (letterlijk is het “Voor mij bestaat een jongere zuster”)

저는 취미가 수영이에요. = Mijn hobby is zwemmen. (let. “Voor mij hobby is zwemmen.”)


3. ABC은/는 XYZ에/에서 = ABC + WERKWOORD + in XYZ.

Voorbeeld:

저는 서울에 살아요. = Ik woon in Seoul.

저는 은행에서 일해요. = Ik werk bij een bank.

저는 대학교에서 중국어를 가르쳐요. = Ik geef Chinese les op de universiteit.

저는 미국에서 태어났어요. = Ik ben in de VS geboren.


Woordenlijst:

나이 = Leeftijd

취미 = Hobby

직장 = Plaats waar je werkt

직 업 / 하는 일 = Werk

사는 곳= Plaats waar je woont

가족 = Familie, gezin

친척 = Uitgebreide familie of schoonouders

대학생= Student (van de universiteit)

고등학생 = Scholier (van de middelbare school)

중학생 = Scholier (in de onderbouw van de middelbare school, de eerste drie jaar)

초등학생 = Leerling (in het basisonderwijs)


Begroetingen:

처음 뵙겠습니다. = Hoe gaat het met u?

반갑습니다. = Het is een genoegen met u kennis te maken.

제 명함이에요. = Dit is mijn visitekaartje.

다음에 또 봬요. = Tot de volgende keer.

이야기 많이 들었어요. = Ik heb veel dingen over u gehoord.



vorigevolgende